
Ons meisje is net een vlindertje, zei de juf bij een van onze gesprekken over het reilen en zeilen op school. Iedereen vindt haar leuk, lief, vrolijk, aardig en behulpzaam. En inderdaad, dat is ze ook. We horen haar nooit over ruzie oid. en als het er over gaat, gaat het meestal over anderen die ruzie hebben.
Toch is ons meisje anders, en heel soms laat ze zien dat het haar verdrietig maakt.
Je zou zeggen, zo’n vrolijke vriendelijke meid heeft vriendinnen zat… Niet dus, ze heeft 1 lieve vriendin waar ze altijd op vertrouwen kan. En verder? Eigenlijk niets.
Met stimulans van ons probeert ze iedere week dapper 1x met een ander kindje af te spreken dan met haar vaste vriendin met enkele keer resultaat. Heel vermoeiend ook, zowel voor ons omdat we niet goed weten met wie ze allemaal zou kunnen afspreken. Maar zeker voor haar, omdat ze zelf altijd degene moet zijn die het voortouw neemt. Op de vraag of ze wel eens zelf gevraagd wordt, zei ze gisteren nee… Ook gaf ze aan dat ze het vragen moeilijk vindt, omdat ze eigenlijk niet goed durft.
Dat doet je zeer als ouder. Ons kleine lieve vrolijke vlindertje wat zoveel te geven heeft kan bijna niets kwijt.
Het herinnert me pijnlijk aan mijn eigen jeugd, zoveel willen geven maar geen ontvanger hebben… Ik was ook zo’n vlindertje. Vrolijk lief en voor het ook dartelend door het leven gaand.
Alleen degenen die me ècht zagen konden me volgen en wilden me volgen. Dat viel voor de ander niet mee. Maar dat viel voor de vlinder ook niet mee. Ze redde zich, gehavend kwam de ze seizoenen door. Door stormen, hagel- en regenbuien en zonovergoten dagen.
Gehavend en toch bleef ze dartelen en buitelen door de lucht. Omdat dat iets was wat ze kon, daar maakte ze mensen blij mee, dat werd haar levenswerk. Alleen vergat ze zichzelf…
Zelf heb ik als vlinder mijn weg gevonden. Gehavend, dat wel, maar gelukkig mocht ik na een lange periode van herfststormen en winterkou mezelf weer vinden. Ik mocht leren zien dat ik er ook toe doe zonder te dartelen.
Hopelijk gaat mijn meisje dat ook leren en liever iets eerder dan ik, want na 44 jaar die les nog te leren is pittig.
Ons meisje, ons vlindertje dartelt door ‘t leven,
ze staat voor ieder open, zou het liefste alles geven.
Ze vliegt en ze buitelt door de bloemenpracht
de zon laat haar stralen en geeft haar vleugeltjes kracht.
Maar dan is ze moe en dat is ook niet raar,
ze zoekt naar houvast, een veilige plek, maar waar?
Soms lukt het maar ook zo vaak toch net weer niet,
en bijna niemand die dat bij haar ziet.
Ze is toch zo vrolijk, zo lief en zo vrij,
van zo’n spontaan meisje wordt iedereen blij.
Ze dartelt en buitelt over alles heen,
toch is dat vlindertje, dat meisje heel vaak alleen…
He Hetty, pittig he, kinderen opvoeden. Hier al net zo. Je wilt ze gewoon gelukkig zien. Ze doen niemand kwaad, maar ze zijn niet “interessant” genoeg om mee te spelen. (of als ze ouder zijn, met de andere jongens mee op vakantie te mogen) Ik vind ook dat het allemaal alleen maar lastiger wordt nu ze ouder worden. Ik probeer ze mee te geven dat ze zich zelf mogen zijn en dat ik het super vindt dat ze dat zelf ook proberen, hoe lastig dat soms ook is omdat je dan niet geaccepteerd wordt…. Ik hoop dat dat ze zich dat vooral blijven herinneren :).
Ik hoop niet dat ik het jou als vlindertje vroeger moeilijk gemaakt heb, maar ik was eigenlijk zelf ook aan het overleven….
Ach, ik reageer eigenlijk gewoon maar omdat ik je stukje mooi vind, maar ik denk dat heel veel mensen, vroeger en nu, voornamelijk met zichzelf bezig zijn en niet altijd zien hoe de ander aan het ploeteren is. En door daar open over te zijn kun je misschien anderen bereiken. Goed van je,
Clariska
Dank je voor je lieve reactie Clariska. Het is inderdaad echt pittig soms. Je wilt ze behoeden voor wat je vroeger pijn deed, maar dat gaat niet. Ze leren dat ze zichzelf mogen zijn is nu bijna een missie geworden, te meer omdat ik dat zelf nu ook pas echt leer. Ik heb van jou vroeger nooit moeilijkheden ervaren hoor, jij was altijd sociaal naar mijn idee. Bij jou hoefde ik me noet beter voor te doen. Als we zouden weten wie of hoeveel er vroeger (en ook nu nog) in de overleving stand zouden staan zouden we denk ik schrikken.