Soms krijg je ongevraagd lessen van je kinderen. We zeggen zo vaak: “ieder mag er zijn, mèt al zijn of haar gebreken.” Dat is goed. Maar hoe zit dat met alle andere dingen? Willen we niet vaak het mooiste, het beste, het perfectste?
Ons Emma gaf me zonder dat ze zich zelf daar bewust van was een les die me even keihard stil zette. Ze had een veertje gevonden en nam het mee naar huis. Mijn eerste gedachte was: “nee, niet weer die rommel, wat moet ik er mee?” En wilde ‘m eigenlijk al weg gooien. Ik vertelde haar dat ze niet steeds zulke dingen mee naar binnen moet slepen want ik kan dat toch niet allemaal bewaren? Op zich snapte ze de boodschap maar daar achteraan zei ze: “maar mam, dit is zo’n mooi veertje om te fotograferen, daarom heb ik ‘m meegenomen.” Ik keek nog eens naar het veertje en dacht: “ik zal er dan maar een foto van maken en daarna weg doen, want het is er ook nog eens eentje met een knik er in. Zo’n veertje is toch niet mooi om te bewaren.”
En toen kwam de les. Dat kind van mij is wijzer dan ik. Zij zag door het gehavende heen alleen maar een mooi veertje met stippeltjes. Dat daar een knik in zat deed voor haar niets van haar schoonheid af. Ook dìt is mooi. Een veertje dat er misschien al heel wat vlieguurtjes op heeft zitten en daardoor wat gehavend is. Maar ook ondanks dat het niet het perfectste veertje is, is het toch mooi.
Dat wij mensen zoveel eisen stellen aan andere mensen of aan onze spullen in huis is iets wat we af gaan leren wanneer we leren kijken als een kind.
Het veertje ligt nu nog steeds op het dressoir en ik kan er niet toe komen om het weg te gooien. Het krijgt, hoe simpel, klein en gehavend het is, een plaatsje in mijn huis.

Heel herkenbaar ?